Flevoland, ’s werelds grootste maritieme openluchtmuseum

Markering voor een gevonden scheepswrak.
Markering voor een gevonden scheepswrak. Foto: arch via wikimedia CC0

Met de drooglegging van de Noordoostpolder en Oostelijk- en Zuidelijk Flevoland kwamen er 435 scheepswrakken aan de oppervlakte. Hiermee is Flevoland het grootste maritieme openluchtmuseum ter wereld.

Woelige waters

De Zuiderzee is een gevaarlijke binnenzee geweest, waar in de loop der eeuwen vele schepen zijn vergaan. Het was echter ook een belangrijke (inter)nationale verbindingsroute voor de scheepvaart. Veel van de vergane schepen zonken direct in de bodem weg waardoor zij na eeuwen nog goed bewaard bleven.

Het ontstaan van Flevoland

Door de aanzienlijke (economische) schade van het scheepsverkeer en voornamelijk de wens van inpoldering wordt in 1918 de Zuiderwet aangenomen. Deze wet bepaalt dat, op rekening van de Staat, de Zuiderzee wordt afgesloten en gedeeltelijk drooggelegd. In 1932 komt de Afsluitdijk gereed en is het IJsselmeer een feit. Met de afsluiting van de Zuiderzee wordt het mogelijk de geplande polders aan te leggen, de Wieringermeer in 1930, de Noordoostpolder in 1942 en de Oostelijk-en Zuidelijk Flevoland in resp. de jaren 1957 en 1968. Tijdens deze droogleggingen komen een groot aantal  scheepswrakken aan de oppervlakten te liggen waarvoor een oplossing moet worden gevonden. 

Officiële openingshandelingen bij de oprichting van de provincie Flevoland.
Officiële openingshandelingen bij de oprichting van de provincie Flevoland. Foto: Rob Croes via wikimedia CC0

Vondsten

In totaal zijn er in Flevoland 435 scheepswrakken gevonden. Driehonderd wrakken zijn onderzocht en beschreven. De vondsten vertellen veel over de scheepsbouw, scheepstype, scheepvaart, handel en visserij. In sommige gevallen worden er complete scheepsinventarissen gevonden die een goed beeld geven van het leven aan boord. 

De scheepswrakken variëren van 700/300 v. Chr tot begin 18e eeuw. Er worden veel uiteenlopende scheepstypen gevonden zoals onder andere vrachtschepen, waterschepen, koggen, pramen, vuilnisschepen, veenderijschuiten, vissersschepen, tjalken  en een boomstamboot.

Methoden van conservering

Veel van de gevonden schepen in de Noordoostpolder zijn door tijdgebrek, al dan niet na onderzoek, direct geruimd. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het beleid meer gericht op het behoud van de schepen. In plaats van volledig opgraven wordt er voor gekozen de schepen op de vind-plek (in situ) te behouden voor toekomstig onderzoek. In totaal zijn er in Flevoland zeventig wrakken in de bodem bewaard gebleven. Een gevonden scheepswrak wordt altijd genoemd naar de vindplaats. Bij elke vindplaats is een baken geplaatst , een blauw-witte paal met een rood scheepje erop.

Het waterschip

Een veel gevonden scheepstype is het waterschip. De waterschepen stammen uit de zestiende tot begin achttiende eeuw. Van de achtendertig waterschepen zijn er twintig opgegraven en verwijderd. De waterschepen werden door de Hollandse vissers, die visten onder de oostkust van de Zuiderzee, gebruikt. Het schip heeft een constructie waardoor het mogelijk is levende vissen te vervoeren. Door geperforeerde gaten (kaarplaten) in de bodem wordt de ruimte namelijk continue van vers water voorzien. Deze schepen werden tevens gebruikt voor sleepwerkzaamheden. Het schip heeft namelijk een grote trekkracht. Hierdoor was het mogelijk met meerdere waterschepen tegelijk andere schepen met een grote diepgang over de ondiepe pampus te trekken bij Amsterdam.

reconstructiebouw waterschip op werf museum batavialand
Reconstructiebouw waterschip op werf museum Batavialand Foto Olga Spekman CC BY 4.0