Gemeenschapsarcheologie: Een leerzame middag in ruil voor de achtertuin

Het CARE-project in Gemonde. Rechts: Johan Verspay.
Het CARE-project in Gemonde. Rechts: Johan Verspay.

Dat archeologie ook over mensen gaat, wordt me maar al te duidelijk in Het Groene Woud, een idyllische streek tussen ‘s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. In dit gebied heeft zich in de zomer van 2019 het CARE-project afgespeeld. CARE, wat staat voor Community Archeology in Rural Environments, is een onderzoeksproject van vier universiteiten uit Engeland, Polen, Tsjechië en de Universiteit van Amsterdam. Het doel is om samen met bewoners onderzoek te doen naar de ontwikkeling van historische dorpen.  En dit blijkt zowel waardevol te zijn voor de inwoners als de archeologen zelf.

Johan Verspay, archeologisch-onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, is één van de initiatiefnemers van het project. Hij vertelt mij over de aanleiding: “Doordat archeologisch onderzoek is gekoppeld aan nieuwbouwprojecten, hebben we de afgelopen jaren vooral opgravingen gedaan in landelijk gebied. Hierdoor hebben we veel kennis gekregen over nederzettingsontwikkeling, maar niet over dorpsvorming. Om die kennis te verkrijgen is gericht onderzoek nodig, maar dan kom je onherroepelijk uit in de tuinen van mensen.” Dit was geen belemmering voor Johan. Integendeel, hij zag dit als een buitenkans. “Geïnspireerd door het idee van gemeenschapsarcheologie, besloten wij om het onderzoek sámen met de inwoners van historische dorpen te doen.”

Professionalisering

Johan vertelt me dat in de jaren 90 de archeologie werd geprofessionaliseerd. Opgravingen werden een voorbehouden activiteit en voornamelijk uitgevoerd door private bedrijven. De grote groep enthousiaste amateurarcheologen die voorheen meehielp, werd toen buitenspel gezet. En daarmee verloor de archeologie ook aan draagvlak. Johan ziet de gemeenschapsarcheologie als middel om het draagvlak te vergroten en zo ook de enthousiaste non-professional weer terug te krijgen. “Ik zie archeologie op de eerste plaats als maatschappelijke taak. Ons onderzoek wordt betaald door gemeenschapsgeld, dus moeten wij ook aan de gemeenschap laten zien wat de waarde van ons onderzoek is.”

CARE

Gemeenschapsarcheologie

Maar wat is die gemeenschapsarcheologie precies? Het idee is komen overwaaien uit Engeland, vertelt Johan. “Bij gemeenschapsarcheologie worden mensen uit de regio betrokken bij archeologisch onderzoek. En deze samenwerking tussen leken en professionals, moet voor beide partijen iets positiefs opleveren. Voor de archeoloog is dat meer mogelijkheden tot gerichter onderzoek en het vergroten van het draagvlak, voor de bewoners is het een leuke middag en nieuwe kennis.”  Uit verschillende onderzoeken in Engeland blijkt dat gemeenschapsarcheologie niet alleen zorgt voor een leuke middag, maar dat het ook invloed zou kunnen hebben op sociale cohesie en zelfs maatschappelijke problemen zou kunnen oplossen. Het onderzoeksteam van CARE is kritisch over dit laatste. Johan: “We moeten ons niet een te grote broek aan trekken. Maar ik denk zeker dat ons project een maatschappelijke waarde heeft. Mensen zijn gezellig samen bezig, leren nieuwe bewoners kennen en vertellen elkaar verhalen. Maar of je daar nou echt de jeugdcriminaliteit mee oplost…”

Psychologisch onderzoek

Om de maatschappelijke impact te onderzoeken is Laura Schneider bij het project gekomen. Laura werkt op de UvA en heeft naast archeologie ook klinische psychologie gestudeerd. Ze vertelt dat het idee van democratisering in de archeologie in opkomst is in Europa. “Door verschillende groepen te laten meebeslissen over wat archeologie is, versterk je de relatie met het publiek.” Maar wat het publiek er op het maatschappelijke vlak aan heeft, is nog onduidelijk. Laura zit midden in haar onderzoek en kan nog niets over de uitkomst zeggen.

Laura (links) doet mee met de vondstverwerking
Laura (links) doet mee met de vondstverwerking. Foto: Ruud van Nooijen.

Proefputjes

Op zoek naar een perfecte locatie voor het onderzoek kwam het CARE-team terecht bij de dorpen in Het Groene Woud. Verspreid over acht dorpen werden simpele proefputjes van één bij één meter gegraven. Bewoners werden uitgenodigd om deze proefputjes laagje voor laagje uit te graven en de vondsten te wassen en sorteren.  Arnold van den Broek, bestuurslid van erfgoedvereniging Kèk Liemt, kreeg een coördinerende taak en ging langs bij de verschillende proefputjes in zijn dorp Liempde. Volgens hem was in het begin nog niet iedereen even geïnteresseerd in het project. “Veel mensen stelden hun tuin ter beschikking, maar hoefden niet zo nodig mee te graven. Of mensen die wel meededen met graven zochten vooral een leuk uitje voor hun kinderen, maar waren niet perse geïnteresseerd in archeologie.

Arnold (tweede van links) bij het uitzetten van een putje van 1 bij 1 meter in een van de tuinen
Arnold (tweede van links) bij het uitzetten van een putje van 1 bij 1 meter in een van de tuinen

Toen er bijzondere vondsten naar boven kwamen, veranderde dat. Zo dook er bijvoorbeeld een kartetskogel uit de tachtigjarige oorlog op en glas en aardewerk uit de 15e en 16e eeuw. Vondsten die zó oud zijn vond iedereen bijzonder.” Maar er kwamen ook genoeg nog niet zo oude spullen naar boven. “Waar mensen om konden lachen was een veertje van een balpen of een blikje Bavaria. Ook werd er een skelet  van een hondje gevonden die vorige bewoners in de tuin hadden begraven.” Volgens Arnold is het vooral belangrijk dat mensen resultaat zien van hun werk. Zo kwamen de deelnemers geregeld samen voor een lunch of borrel en bespraken wat ze gevonden hadden. “Dan kwamen de verhalen los”.

CARE in Woensel
CARE in Woensel

Meerwaarde van archeologie

Het is mij tot nu toe nog niet duidelijk hoe gemeenschapsarcheologie maatschappelijke problemen kan oplossen, maar uit de verhalen van Johan en Arnold maak ik op dat het zeker wat doet met de sociale cohesie. Wat ik me nu wel afvraag, in hoeverre geeft de archeologie zelf een meerwaarde? Kon er niet net zo goed een schilderworkshop of spelletjesdag georganiseerd worden? Dat brengt toch ook mensen gezellig samen? Ik was niet de enige met die vraag. In haar onderzoek probeert ook Laura hier een antwoord op te krijgen. Laura: “Ik denk dat de meerwaarde van archeologie zit in de verbondenheid met de geschiedenis van een plek en daarnaast ook het trotse gevoel van een vondst.” Johan denkt dat het CARE-project vooral een meerwaarde heeft voor mensen die al geïnteresseerd zijn in geschiedenis, voor anderen is het vooral een leuke uitje met de kinderen. Arnold ziet de kracht van de archeologie in het onbekende. “Archeologie is voor veel mensen een ‘ver van mijn bed show’. Door de nieuwe kennis die opgedaan wordt krijg je mensen enthousiast.”

Reacties van bewoners op het CARE-project in Liempde.
Reacties van bewoners op het CARE-project in Liempde.

Een netwerk maakt het verschil

En wat is het voordeel voor de archeologen? Johan: “Sowieso heeft de archeoloog de bewoner nodig om verder te komen op lokaal niveau. Wij geven de bewoners meer kennis en een gezellige middag in ruil voor hun achtertuin.” Maar daarnaast vindt Johan het ook gewoon een erg leuke uitdaging. “De bewoners geven ons veel positieve energie. Zij kunnen zich verwonderen over vondsten, waar wij als archeologen onze schouders over ophalen.” Verder ziet Johan ook het belang in van een goed netwerk. Hij is hiervoor zelfs onlangs naar de Groene Wouden verhuisd. “Gemeenschapsarcheologie staat of valt met de mogelijkheid om lokale netwerken te maken en onderhouden. Koffiedrinken met een detectoramateur of langsgaan bij een heemkundekring maakt echt het verschil als je verder wilt komen.”

Johan ziet voor de gemeenschapsarcheologie een toekomst naast de reguliere archeologie. Hij hoopt hiermee onder andere het draagvlak voor de archeologie weer te kunnen vergroten. “Mensen meenemen op ontdekkingsreis door de geschiedenis van hun eigen streek.” In Het Groene Woud lijkt dit in ieder geval gelukt.

CARE