De welbekende uitvoering van de Matthäus-Passion in de Grote Kerk Naarden is vanaf nu bijgeschreven in de Inventaris Immaterieel Erfgoed. De Naardense kerk is al honderd jaar het decor van de ‘lijdensweg van Jezus’ en de hele stad is er elk jaar weer bij betrokken.
Wat is de Inventaris Immaterieel Erfgoed?
“Op die lijst staat allemaal ‘levend erfgoed’ zou je kunnen zeggen. Dingen die mensen doen, die mensen beoefenen in Nederland”, vertelt Marco van Baalen, directeur Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland. “Het interessante is dat het niet per se gaat om de muziek van Bach, maar om het feit dat daar al heel lang heel veel mensen bij betrokken zijn waardoor het zo’n belangrijk cultureel fenomeen is geworden.”
Wat levert de bijschrijving op?
Financieel in ieder geval niet veel. Volgens Karel Loeff, directeur van Erfgoedvereniging Heemschut, zit de meerwaarde vooral in het behoud van de tradities. “Het is niet zo dat er ineens veel geld binnenkomt. Het is een eer, zorgt voor naamsbekendheid, maar het schept ook verantwoordelijkheden. De gemeenschap die de traditie organiseert, moet die ook in stand houden.”
En dus moet de gemeenschap een plan schrijven waarin staat hoe de traditie behouden blijft, wat de risico’s zijn en waar kansen liggen. Loeff: “De Matthäus-Passion zelf is geen Nederlandse traditie. Het gaat om de Matthäus-Passion op een specifieke locatie in een bepaalde periode, dat maakt het bijzonder. Dat betekent dus dat de locatie beschikbaar moet blijven. En ook dat er publiek moet blijven komen.”
Uw traditie ook in de Inventaris?
Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland werkt met een bottom-up principe. Beheerders (bestuurders en organisatoren), beoefenaars en direct betrokkenen kunnen daarom zélf hun immaterieel erfgoed aanmelden voor de Inventaris. Kijk voor meer informatie op: https://www.immaterieelerfgoed.nl/.
Bron: NH Nieuws en Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland.