Lange tijd hadden molens een soort status aparte binnen het monumentenbehoud. Tot het begin van deze eeuw werden ze namelijk primair gezien als werktuig, er werd veel minder naar hun monumentale waarden gekeken. Dat is niet zo vreemd, want ze werden nog altijd gebruikt als maalwerktuig. Bij restauratie stond het weer laten malen van de molen dus voorop. De monumentale waarden van molens is het laatste thema uit deze reeks korte artikelen naar aanleiding van het rapport Molentoekomst van De Hollandsche Molen.
Uit het rapport Molentoekomst: Nevenbestemming van molens
Winkel met eigen producten, bakkerij, restaurant, bezoekerscentrum: zomaar een greep uit nevenbestemmingen van molens. Om het onderhoud van de molens te kunnen blijven betalen, moet gezocht worden naar nieuwe vormen van structurele inkomsten. In hoeverre zijn nevenbestemmingen een middel om molens in stand te houden? Dit is één van de hoofdvragen in het rapport Molentoekomst van De Hollandsche Molen.
Uit het rapport Molentoekomst: Vrijwilligers
Er zijn jaarlijks zo’n 500 nieuwe vrijwilligers nodig om het vrijwilligersbestand op de molens op peil te houden. Dat stelt vereniging De Hollandsche Molen in haar rapport Molentoekomst. Molens kunnen alleen behouden blijven met de inzet van duizenden vrijwilligers. Om bezoekers naar de molens te trekken, moet een molen draaien, en daar is een molenaar voor nodig. Maar andere vrijwilligers zijn ook belangrijk, denk aan molengidsen, winkelvrijwilligers en bestuursleden.
Uit het rapport Molentoekomst: Draagvlak en fondsenwerving
Er is een breed maatschappelijk draagvlak voor molens nodig. Extra geld alleen – 5 miljoen per jaar – is niet voldoende. Dit is een van de conclusies uit het onderzoeksrapport Molentoekomst van De Hollandsche Molen. Een groot draagvlak is de basis voor een ander belangrijk facet van molenbehoud, te weten particuliere fondsenwerving.