Van uitstel komt afstel: Problemen met archeologische rapportageplicht

Leeszaal Thysiana, Leiden
Leeszaal Thysiana, Leiden Foto: RCE

Onlangs verscheen in de Volkskrant een satirisch bedoelde advertentie ‘Creatief met archeologie, tips voor projectontwikkelaars’. Samen met een bijbehorende website is het een korte handleiding hoe de archeologische onderzoeksplicht te omzeilen. De advertentie bracht veel archeologische ophef teweeg. Hij heeft ook een positief neveneffect gehad. Kamerleden Sandra Beckerman en Peter Kwint dienden naar aanleiding van de ophef een twintigtal kamervragen in. De antwoorden (pdf) van minister Van Engelshoven geven een inkijkje in haar standpunten over archeologie. Tijdens een symposium over het functioneren van de Erfgoedwet aan de Universiteit Leiden eind januari kwamen soortgelijke problemen als in de advertentie en kamervragen naar voren. Wij plaatsen op basis van de uitkomsten van het symposium een korte kanttekening bij de antwoorden van de minister.

Het probleem met rapportage
De adverteerder stelt dat opdrachtgevers niet altijd bereid blijken te betalen voor uitwerking en rapportagewerk ná beëindiging van de fysieke opgraving. Dat probleem is niet denkbeeldig. De erfgoedinspectie constateert een behoorlijke achterstand in de aanlevering van rapporten en overdracht van vondsten. Beckerman en Kwint vragen de minister welke actie zij wil ondernemen om die achterstand weg te werken.

Tijdens het symposium kwam dit ook aan de orde. In een werkgroep met belanghebbenden, waaronder een aantal gemeente- en provinciaal archeologen, werd geobserveerd dat uitblijvende rapportage een structureel probleem is. Het verhalen van de kosten blijkt soms een uitdaging. Bijvoorbeeld als de opdrachtgever een tijdelijk en inmiddels ontbonden consortium van uitvoerders was. Maar meer in het algemeen omdat een stimulans voor het betalen van bijkomende kosten vanwege het winstdrukkende effect ontbreekt. Een vergunning is immers reeds verkregen. Beckerman en Kwint vragen ook of de kwaliteit van archeologisch onderzoek als gevolg van de marktwerking onder druk is komen te staan

In haar antwoorden gaat de minister in op de vraag waardoor volgens haar de geconstateerde achterstand in aanlevering van rapporten veroorzaakt wordt. Zij stelt dat niet is uit te sluiten dat krappere winstmarges een rol hebben gespeeld, maar dat dat niet aantoonbaar is. Zij suggereert ook dat onduidelijke voorwaarden tot discussie kunnen leiden tussen opdrachtgever en –nemer. Dat is een klacht die op het symposium ook naar voren kwam. De minister licht echter niet nader toe hoe dit probleem opgelost kan worden.

Marktwerking – kwaliteit
Beckerman en Kwint vragen ook wat de minister wil doen aan de vaststelling dat door marktwerking de kwaliteit van archeologisch onderzoek onder druk kan komen te staan. De minister antwoordt dat ze de kwaliteit van onderzoek uitgevoerd voor en na invoering van certificering zal vergelijken. Met dit antwoord geeft de minister blijk van een misverstand over de organisatie van archeologisch onderzoek in Nederland. Archeologisch onderzoek werd in Nederland onder het vorige juridische raamwerk óók commercieel uitgevoerd. De keuze voor een commercieel stelsel is gemaakt tijdens de invoering van de Europese regelgeving uit verdrag van Valletta. In dat verdrag is die keuze niet voorgeschreven.

Met de nieuwe Erfgoedwet verandert alleen het toezicht op de kwaliteit van archeologisch onderzoek. Een systeem van rijkstoezicht wordt vervangen door een stelsel van certificering door private partijen voor archeologische werkzaamheden. De impact ervan op de kwaliteit van archeologisch onderzoek is óók zeer interessant om te onderzoeken. De minister moet dat onderzoek zeker uitvoeren. Het zal echter geen inzicht geven op de invloed van marktwerking op de kwaliteit van archeologisch onderzoek.

Omdat de invoering van het commerciële regime samenviel met de invoering van het Verdrag van Valletta correleert de invoering van commerciële archeologie met een toename in volume van archeologische werkzaamheden. Het is van belang op te merken dat de volumetoename geen merite is van een commercieel systeem. “Correlation does not imply causation”: Doordat in de nieuwe regelgeving de verstoorder van het bodemarchief voor het onderzoek ervan moet betalen was er hoe dan ook een toename in volume geweest.

Gelukkig voor de minister is er in het verleden al wel onderzoek gedaan naar de inhoudelijke kwaliteit van de commerciële archeologische praktijk. Meer dan een derde (pdf) van de in 2008 verschenen onderzoeksrapporten bleek bijvoorbeeld van onvoldoende kwaliteit. Geen hoopvol teken. De vraag is of de situatie sindsdien verbeterd is. Wat de invloed van een nieuw systeem van kwaliteitsbewaking in de toekomst zal zijn is pas over een aantal jaar te constateren.

Een ander punt van zorg is sinds jaar en dag het Programma van Eisen. In dit document worden de minimumeisen aan archeologisch onderzoek vastgesteld. Helaas bleek in het verleden dat een groot deel van de PVE’s zelf onvoldoende was. In het licht van dat feit is het interessant dat juist voor het opstellen van PVE’s certificering niet verplicht is. De minister wil dit niet veranderen. Hoewel het ons inziens beter ware als dat wel het geval was, begrijpen wij de redenatie van de minister. Bovendien bleek tijdens het symposium dat gemeentelijk archeologen zien dat de kwaliteit van PVE’s sinds de invoering van het stelsel van certificering omhoog gaat. Hoewel het nog te vroeg is voor definitieve oordelen is de invloed van het nieuwe systeem hierin zo lijkt het positief.

Wordt hopelijk vervolgd
Het jaar 2018 is uitgeroepen tot het Europees Erfgoedjaar met Valletta (en Leeuwarden) als culturele hoofdstad van de EU. Wellicht is het passend dat de kersverse minister zich in haar beginjaar expliciet laat inspireren door het Verdrag van Valletta en de grondprincipes daarin. Te denken valt niet alleen aan de verzorging van afdoende financiering van archeologisch onderzoek, maar ook goede wetenschappelijke uitwerking ervan en stimulering van publiekseducatie over archeologie. Zoals keer op keer blijkt zal dat sowieso bijdragen aan meer draagvlak en “customer satisfaction (pdf)”.

Ingezonden
Gerrit Dusseldorp
Jelle Nijland

The following two tabs change content below.

Gerrit Dusseldorp

G.L. Dusseldorp is archeologisch onderzoeker verbonden aan de Faculteit der Archeologie Universiteit Leiden en het Centre for Anthropological Research van de University of Johannesburg.