In 1906 isoleerde de Leidse architect Hendrik Jesse zijn slaapkamer met zeegras. Natuurlijke isolatiematerialen – zeegras, schelpen, weitdoppen, wol – waren eeuwenlang de enige optie. Met de opkomst van industrieel vervaardigd isolatiemateriaal kwam hier een eind aan. Al snel werden daken en gevels geïsoleerd met PUR, glaswol, steenwol en asbest. In dit artikel breek ik een lans voor natuurlijk (en historisch) isolatiemateriaal. Er zitten namelijk meerdere voordelen aan!
Kies voor echt duurzaam
Bij de productie en transport van industriële isolatiematerialen komen uitlaatgassen vrij. Dit maakt deze materialen minder duurzaam. Natuurlijk isolatiemateriaal kent bij productie geen uitstoot. Immers: de natuur biedt ons deze producten voor niets aan. In België en Duitsland komt het gebruik van natuurlijk isolatiemateriaal relatief vaak voor. Het vreemde is dat veel Nederlanders deze optie links laten liggen.
Superieure kwaliteiten
Natuurlijke isolatiematerialen hebben een voordeel boven industriële isolatiematerialen: ze zijn damp-open (ademend). Oftewel: ze kunnen vocht opnemen en afgeven. Bij historische woningen met houten constructies verkleint dit de kans op vochtophopingen, schimmel en rot. Daarnaast houdt natuurlijk isolatiemateriaal warmte beter vast (warmtebuffer). Zo blijft de temperatuur binnen constanter.
De beste opties
Uit onderzoek van het Nederlandse Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) blijkt dat de meest duurzame optie ‘metisse’ is. Metisse is niets anders dan samengeperste stukjes oude kleren. Andere duurzame opties zijn schelpen, papiervlokken, vlas en wol als bijproduct van vlees-schapen. Genoeg keuzes om het warmteverlies te beperken op een historisch- en natuurlijke wijze!
Gertjan de Boer
Laatste berichten van Gertjan de Boer (toon alles)
- Leven met klimaatverandering? Neem het verleden als inspiratie! - 29 april 2021
- Terugkeer van het ministerie van Ruimtelijke Ordening – een goed idee? - 22 maart 2021
- Liever zonnepanelen dan isoleren? - 31 oktober 2018