Faro-blog: Voetballen of toch kantklossen?

Alma aan de telefoon
Alma aan de telefoon. Foto door Jasper van Doeselaar

Zes interviews achter de rug en vijf gepubliceerd… het is tijd voor een tussenstand. Drie maanden geleden begon ik met mijn zoektocht naar het Verdrag van Faro, nog onwetend en lichtelijk sceptisch. Veertien telefoongesprekken met betrokkenen van participatie- of burgerinitiatiefprojecten later, ben ik wijzer en ook zeker een stuk minder sceptisch geworden.

Hoeveel kritische vragen ik ook had, en nog steeds heb: van de telefoongesprekken werd ik blij. Veertien verschillende mensen en veertien verschillende gesprekken: van zeer terughoudend en correct naar openhartig en zelfs langdradig (naderhand wist ik alles over Auschwitz – plus de akelige details die ik eigenlijk niet wilde weten – en hoe relaxt de jaren 70 wel niet waren). Maar wat ze overeen hadden was dat ik door elk gesprek weer iets nieuws leerde. Ze verbreedden mijn blik op wat erfgoed eigenlijk is en soms gaven ze zelfs antwoord op mijn meest prangende vragen.

Zo vraag ik me af, en daarin ben ik zeker niet alleen, wat de maatschappelijke meerwaarde van erfgoed is. Het Verdrag van Faro stelt dat erfgoed een middel kan zijn om maatschappelijke doelen te verwezenlijken, zoals sociale cohesie. Op de website van de RCE staat geschreven: ‘Denk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die samen werken aan het onderhoud van een fort. Of bijvoorbeeld de Sint Maartensviering in Utrecht die zorgt voor sociale cohesie omdat verschillende groepen met elkaar in contact komen.’ Maar zouden die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt niet net zo goed samen kunnen gaan tuinieren? Of die verschillende groepen uit Utrecht samen kunnen gaan voetballen?

Wat onderscheidt erfgoed? Wat maakt het anders dan andere activiteiten? Waarom moet juist erfgoed ingezet worden om de verbinding tussen mensen te versterken? Een paar telefoongesprekken gaven mij meer duidelijkheid.

Het gemeenschapsarcheologieproject CARE, waarbij archeologen samen met dorpelingen opgravingen doen, had zeker een positief maatschappelijk effect. De bewoners hadden een gezellig en leerzame middag en bespraken samen hun vondsten. Maar of door middel van gemeenschapsarcheologie echt maatschappelijke doelen verwezenlijkt konden worden? “Ik ben nog bezig met mijn onderzoek en daar kan ik niks over zeggen”, antwoordde de betrokken psycholoog. Teleurgesteld hing ik op.  

Bij het interview met het Groningse dorp Kloosterburen, kreeg ik meer te horen. “Spreek ik met Gijsje Stephanus? Jij hebt toch onderzoek gedaan naar het effect van erfgoed op de leefbaarheid van kleine dorpen?” Volgens Gijsje kan erfgoed wel degelijk zorgen voor het versterken van sociale cohesie, omdat erfgoed uniek is. Een voetbalwedstrijd is overal hetzelfde, maar de geschiedenis van een buurt, de kerk van een dorp of de traditie van een streek is overal anders. Mensen zijn trots en voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen unieke erfgoed en dat verbindt ze.

Dat klinkt inderdaad logisch. “Maar hoe zit het in buurten waar veel migranten wonen, waar contact met de buren en het thuis-gevoel niet zo vanzelfsprekend zijn?” vroeg ik over de telefoon aan Vanja Treffers. Vanja organiseert kunstworkshops en erfgoeduitjes voor de zeer diverse bewoners van de Haagse ‘krachtwijk’ Transvaal. Wat ik opmaakte uit het gesprek is dat het de persoonlijke verhalen en discussies zijn die er voor zorgen dat de buurtbewoners elkaar beter leren kennen en accepteren. Het bezig zijn met erfgoed en kunst, inspireert tot die persoonlijke verhalen. Associaties bij een bepaald monument, een levensverhaal bij een oude foto, een boodschap die je wilt overbrengen met je zelfgemaakte kunstwerk… De verhalen en discussies lijken diepgaander en persoonlijker dan de koetjes en kalfjes die worden besproken bij de wekelijkse Rummikubmiddag van Transvaal.

Kan ik er nu voorzichtig van uitgaan dat erfgoed verbindt? Ik hoor dat erfgoed zorgt voor trots, verantwoordingsgevoel, persoonlijke en diepgaande gesprekken… zaken die misschien inderdaad wel de sociale cohesie kunnen versterken. Ik voel een lichte opluchting en pak de telefoon weer op. “Kunt u mij doorverbinden? Zeg de voetbalwedstrijd maar af, we gaan samen kantklossen.”

Groet,

Alma

Mijn vorige interview gemist? Lees hier ‘Wat is het erfgoed van de toekomst?’